Binnenvaren in de mist

Aan de voet van de vuurtoren, waar de basalten steenglooing eindigt en de boulevard begint, staat een nautofoon: een groot, imposant apparaat op een paal dat elektrisch een diepe toon kan voortbrengen die ver over het water klinkt. Deze misthoorn waarschuwt schepen voor gevaar, of dat nu komt door slecht zicht in de mist of door een navigatiefout die een schip te dicht bij ‘de Vormt’, een zandbank voor de kust van Urk, brengt. De nautofoon fungeerde als een hoorbaar baken waar schippers zich op konden oriënteren.

Met de komst van GPS, radar en dieptemeters is dit hoorbare baken overbodig geworden. Zelfs bij slecht zicht kunnen schepen nu veilig navigeren dankzij moderne technologie. Daarom werd de nautofoon in 2001 officieel buiten gebruik gesteld. Toch waren hoorbare bakens in de tijd vóór deze moderne hulpmiddelen van cruciaal belang.

De eerste mistseinen

In 1904 dienden de Koninklijke Schippersvereeniging Schuttevaer en de Nederlandsche Visscherij Vereeniging een gezamenlijk verzoek in bij de regering. Ze vroegen om een misttoestel op het eiland Urk dat schepen zou helpen de haveningang te vinden. De regering onderzocht eerst of het luiden van de klokken van het Kerkje aan de Zee in de mist zou volstaan. Dit bleek echter onvoldoende, omdat het geluid niet ver genoeg droeg. Daarom besloot men in 1906 een mistbel te plaatsen.

De 620 kg zware mistbel werd opgehangen in een toren naast de vuurtoren. Deze open toren was vijf meter hoger dan de vuurtoren zelf, waardoor de bel hing op 32 meter boven Normaal Amsterdams Peil (NAP). Bij mist werd een klokuurwerk ingeschakeld dat met vier hamers 20 slagen per minuut produceerde. Het geluid was rondom het eiland hoorbaar en het licht van de vuurtoren bleef onbelemmerd.

Dit systeem bleef in gebruik tot 1917. In dat jaar werd op proef een luchthoorn geplaatst op de vuurtoren. Deze werd aangedreven vanuit de machinekamer door een krachtige compressor, voorzien van een motor, drukvat, olievat en koelvaten. De misthoorn kon langdurig signalen van drie seconden om de dertig seconden produceren. Zodra de luchtdruk te laag werd, startte de motor om de druk opnieuw op te bouwen. In 1918 werd dit systeem definitief in gebruik genomen, en de mistbel, samen met de toren, werd overgebracht naar Zierikzee.

In 1952 werd de nautofoon geïnstalleerd, een nog geavanceerder systeem dat lange tijd dienstdeed.

De draagbare misthoorn

Interessant genoeg was in het oorspronkelijke verzoek van 1904 uitdrukkelijk gevraagd om het mistsein aan het einde van de dam te plaatsen, zodat het beter zou helpen bij het binnenvaren van de haven. De minister besloot echter hier geen gehoor aan te geven. Daarom werd een draagbare misthoorn ingezet om de Urkerboot te begeleiden.

Wanneer de boot Urk naderde, liep men met deze draagbare hoorn naar de punt van de dam. Het apparaat, een koffer met aan de ene kant een hoorn en aan de andere kant een zwengel, produceerde een loeiend geluid wanneer aan de zwengel werd gedraaid. Zodra de boot toeterde, begon men aan de zwengel te draaien. De schipper wist dan dat hij de dam aan bakboord (links) moest houden tot hij de bron van het geluid passeerde, waarna hij veilig de haven kon binnenvaren.

Het is onduidelijk van wanneer tot wanneer deze draagbare misthoorn precies in gebruik was. Wel weet ik dat mijn buurman als jonge jongen de hoorn nog een paar keer heeft gebruikt om de boot binnen te leiden. Zelf heb ik het apparaat ook laten loeien toen ik het als kind ontdekte op de archiefzolder van ons familiebedrijf. Hoe het daar ooit terecht is gekomen, blijft voor mij een raadsel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *