Gevaarlijke vracht aan boord van de Insula

De boot toet zoals ze dat altijd doet wanneer ze de haven binnen stoomt. Zoals iedere dag als de boot het eiland nadert is bijna het hele dorp uitgelopen. Om te zien wie er aan boord is. Zou het een bekende zijn, een familielid uit de Zaan of toch misschien de geliefde die dient in Amsterdam. Iedere keer als ze aanmeert is het een drukte van belang op de haven. Het spannendste moment van de dag breekt aan, de boot brengt telkens weer reuring op het kleine eiland.

Vandaag gonst het van de spanning. De boot rondt het vuurtjen. Ik zie hem roept een jonge die op een dukdalf geklommen is. Een enthousiast gemompel trekt als een golf door het toegestroomde publiek. Het is drukker dan normaal iedereen voelt dat er wat staat te gebeuren.

De insula, het stoomschip van de ‘Eerste Urker Stoomboot Maatschappij’ (EUSM) komt steeds dichterbij. De jongen op de dukdalf wordt verjaagd door een matroos op de boeg van het stoomschip. Een zware meertros wordt om de meerpaal geworpen en de veerboot zet haar motor op volle kracht vooruit. Met haar roer helemaal naar stuurboord begint ze langzaam haar achtersteven de Oosthaven in te draaien. Het water buldert en kolkt achter het schip dat zich behendig, met haar kop vastgebonden, ronddraait en naar de steiger duwt.

Haar passagiers verlaten haastig het schip waarna men de bijzonder gevaarlijke vracht kan uitladen. De vracht vandaag is levend en word aan vier touwen stevig vastgehouden door sterke mannen van het dek geleid. Een jochie begint te huilen en klampt zich aan de rok van zijn moeder vast als de stier vlak langs hen passeert. De toegestroomde menigte begint te lachen en te zingen terwijl ze op veilige afstand het vervaarlijke beest door het dorp volgen.

De stier die zojuist vanuit Kampen voet op het eiland heeft gezet is hier vaker geweest. Hij komt om de koeien van het eiland te dekken. Het binnenhalen van de stier is een vorm van volksvermaak, het hele dorp loopt uit voor deze sensatie. De sfeer is goed en de mensen zijn vrolijk. De stier verblijft een periode op het eiland en gaat van boerderij naar boerderij, waarna ze weer terug gaat naar Kampen.

Met dezelfde krachtsinspanning wordt de stier teruggeleid naar de Urkerboot. Een onderneming die wederom de inzet van een viertal stoere kerels vraagt en gepaard gaat met veel aandacht van de dorpsbewoners. Het beest wordt stevig vastgezet in een geïmproviseerde kraal op de boeg van het stoomschip. Ter afscheid toet de Insula op het moment dat ze de haven verlaat. Ze zet koers op kampen.

In Kampen staat de zoon van de boer al te wachten op de kade. Het jochie van twaalf aait de stier liefdevol over zijn flank terwijl hij hem aan een touwtje terugbrengt naar de boerderij van zijn vader. Het eiland Urk is weer veilig.

Verantwoording
Dit verhaal is tot stand gekomen door gesprekken met Bertus en Nel ten Napel. De stier kwam daadwerkelijk eens in de zoveel tijd naar Urk om te dekken, iets wat gepaard ging met het uitlopen van het dorp. Of in Kampen daadwerkelijk het twaalfjarige zoontje van de boer stond te wachten met een touwtje is niet duidelijk. Wel is zeker dat het daar een minder sensationele gebeurtenis was dan op Urk. 

Shop de set

 250,00

2 reacties op “Gevaarlijke vracht aan boord van de Insula

    • Sophie zegt:

      Toevallig kwam ik de naam van uw voorvader recentelijk tegen in enkele stukken over de postverbinding met Urk, na uw reactie ben ik hier nog even verder ingedoken.

      Als ik het goed begrijp waren Gerben Lolkes de Groot en zijn broer Enne de eerste die een vaste bootverbinding tussen Kampen, Enkhuizen en Urk onderhielden. Dit deden zij vanuit de Kamper Stoombootmaatschappij (KSM). De ruggegraat van hun onderneming was het contract met de Post en de subsidie van (in eerste instantie) 3000 gulden die hieraan verbonden zat. De verwerving van dit contract ging echter niet gemakkelijk. Een geschil met de vorige postondernemer, die per zeilbotter opereerde, en een schrijven van de Urker burgemeester, die een gemotoriseerd stoomschip onnodig vond als de zeilschepen ook functioneerden, vertraagden de verwerving van het contract aanzienlijk.

      Ook de Urker bevolking zag het stoomschip niet zitten. Tot de strenge winter van 1890 – 1891. Het stoomschip de Minister Havelaar wist een verbinding te onderhouden waar de Urker zeilbotters dat niet konden. Het belang van de stoomverbinding wordt in de jaren daarna steeds duidelijker. De Urker bevolking wenst een frequentere verbinding (meerdere keren per dag) maar de KSM wil hier niet aan voldoen omdat ze bang is dat deze niet rendabel is.

      In 1914 wordt de Eerste Urker Stoomboot Maatschappij (EUSM) ook wel ‘Urks Belang’ opgericht. De EUSM neemt al snel het postcontract over, vooral omdat ze in de winterdagen beter in staat is om de postverbinding in stand te houden. Een jarenlange concurrentie strijd volgt. in 1921 moet de KSM zich wel gewonnen geven en doet het schip de van Geusau over aan de EUSM.

      Uw voorvader was dus directeur van de Kamper Stoomboot Maatschappij en niet de Eerste Urker Stoomboot Maatschappij, al was het dan wel de eerst stoomboot maatschappij die naar Urk voer. Verder ben ik nog niet gekomen in dit verhaal, maar hier zit zeker nog een artikel in. Dank voor het aanzwengelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *